Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want wederspannigheid [33]is een zonde der toverij, en wederstreven is [34]afgoderij en [35]beeldendienst. Omdat gij des HEEREN woord verworpen hebt, zo heeft Hij u verworpen, dat gij geen koning zult zijn. 33. Dat is, zo groot een zonde als de toverij is. 34. Het Hebreeuwse woord betekent ijdelheid, leugen, ongerechtigheid, en somwijlen moeite, arbeid; idem een afgod en afgodendienst, alzo genoemd omdat de afgodendienaars in het plegen van hun afgodische superstitien veel moeiten en arbeid doen, hetwelk toch al ijdelheden zijn, die niet te beduiden hebben. 35. Hebreeuws, terafim. Zie de aantekeningen Gen.31:19.
, [1897], Witchcraft
(1 Samuel 15:23; 2Kings 9:22; 2Chr 33:6; Micah 5:12; Nahum 3:4; Galatians 5:20). In the popular sense of the word no mention is made either of witches or of witchcraft in Scripture.
The "witch of En-dor" (1 Samuel 28) was a necromancer, i.e., one who feigned to hold converse with the dead. The damsel with "a spirit of divination" (Acts 16:16) was possessed by an evil spirit, or, as the words are literally rendered, "having a spirit, a pithon." The reference is to the heathen god Apollo, who was regarded as the god of prophecy.